De
geschiedenis van Achlum De oudste tijd |
||
Bij het lezen van de
geschiedenis van het dorp Achlum en haar omgeving dient
men te bedenken dat het ontstaan daarvan zich over een
onvoorstelbaar aantal eeuwen heeft uitgestrekt. Immers in
het oude en meest gelezen boek, de Bijbel, staat
geschreven dat de aarde eertijds woest en ledig was. Wij kunnen er dus gerust van uitgaan dat de zee eeuwen lang vrij spel heeft gehad op het gebied dat wij thans bewonen. Het land lag open voor eb en vloed, zodat de grond er veelal in doorweekte toestand bij lag, Van de oostzijde, van de veel ondiepere Middelzee dreigden niet die gevaren, daar zij een binnenzee was. Het laat zich dan ook gemakkelijk verklaren dat de plassen en rietpollen op deze wijze zijn ontstaan. Op de hoger gelegen gedeelten ontstond vegetatie. Door de waterlopen kunnen we nagaan hoe men deze in latere jaren verder heeft uitgediept waardoor de slipgerende vaarten zijn ontstaan. Nog later is de Slachtedijk opgeworpen. |
||
Op de
plaats waar de Zijlroede slingerend in de Waddenzee
uitmondde, thans het van Harinxmakanaal, voegden zich de
Achlumer- en de Kimswerdervaart samen. Verder waren er talrijke slenken ontstaan die op hun beurt in deze vaarten uitmondden. Tevens dient men te bedenken dat in de loop der eeuwen de waterstand ten opzichte van het land is veranderd. Ingenieur D. F. Wouda schrijft in zijn boek Afwatering van Friesland" dat onderzoekers[1] hebben vastgesteld dat de bodem per eeuw 20 ą 30 centimeterzakt ten opzichte van het zeeniveau. Hieruit zou te verklaren zijn dat er ver voor onze jaartelling mensen op ons grondgebied hebben gewoond, daar de bodem niet veel overstroomd. werd door de hogere ligging.
|
||
Vuurstenen mes, terpvondst te Achlum |
De oudste terpvondst
ter hoogte van de Offenhuyser terp wijst erop dat daar 4
eeuwen voor Chr. mensen hebben gewoond. Wanneer, vooral
in de herfst en het voorjaar, bij storm en springvloed
het water werd opgezweept was het noodzakelijk dat mens
en dier beschutting konden vinden op een terp. Wij dienen daarbij te bedenken dat, wanneer zich een dergelijke noodtoestand voordeed, de hulpverlening niet was geregeld zoals dit thans het geval is. Uit de logica van de geschiedenis vloeit voort dat de eerste bewoners van ons gewest de terpen en dijkjes hebben opgeworpen. De vruchtbaarheid van de grond loonde die moeite. |
|
De schrijver Winsemius vermeldt dat tijdens grotere droogleggingen van landerijen de landeigenaren het dikwijls oneens waren en dat door onderlinge twisten toen het werk soms lange tijd kwam stil te liggen. Zoals u ziet, er is niets nieuws onder de zon. | ||
[1] Onderzoek van ing. Van Bemmelen, ing. Ramner en ing. Blaupot ten Cate In "Uit de geschiedenis van het dorp Arum", door J. Broos, Bolsward 1960, wordt uitgebreid ingegaan op de vroegste geschiedenis van dit deel van Westergo (GvdV). |
Verder > | |
©Klaas van der Pol, Drachten 1987 - VanderVelde.Net |